Selecteer een pagina

Inlenersbeloning voor uitzendkrachten in de flexbranche

  1. Wat is inlenersbeloning?
  2. Waarom inlenersbeloning?
  3. Voor wie geldt inlenersbeloning?
  4. Welke aspecten vallen onder inlenersbeloning?
  5. Wat als de inlener geen cao heeft?
  6. Wat is de werkingssfeer van een cao?
  7. Welke fouten worden vaak gemaakt bij toepassing inlenersbeloning?
  8. Wie controleert toepassing van inlenersbeloning?
  9. Wat moeten intermediairs weten over inlenersbeloning?

1. Wat is inlenersbeloning?

Inlenersbeloning is een term die voorkomt in de cao voor uitzendkrachten (Artikel 16 CAO voor Uitzendkrachten). De inlenersbeloning is er op gericht dat de uitzendkracht hetzelfde salaris verdient en ook daadwerkelijk ontvangt als de overige personeelsleden van de inlener die dezelfde werkzaamheden uitvoeren en volgens de cao van de inlener worden betaald.

2. Waarom inlenersbeloning?

Inlenersbeloning is wettelijk vastgelegd om het verschil in beloning tussen uitzendkrachten en personeel met rechtstreeks dienstverband tegen te gaan.

3. Voor wie geldt inlenersbeloning?

De inlenersbeloning geldt voor alle uitzendkrachten behalve voor werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt (denk aan schoolverlaters of langdurig werklozen). Voor hen blijft een apart loongebouw gelden. Dit geldt ook voor mensen die worden bemiddeld vanuit de Participatiewet en mensen die het uitzendbureau van werk-naar-werk begeleidt.

4. Welke aspecten vallen onder inlenersbeloning?

Een juiste toepassing van de inlenersbeloning vereist kennis van de cao van de inlener. De volgende punten uit de bij de inlener geldende CAO moeten worden toegepast:

  • Salaris
  • ATV / ADV dagen: eventuele extra verlofdagen die bij de inlener gelden, moeten ook worden toegekend aan de werknemers op basis van inlenersbeloning
  • Onregelmatigheidstoeslagen of toeslagen voor fysieke belasting: denk aan overwerk, weekendwerk, ploegendienst, hoge of lage temperaturen, vuil werk
  • Initiële loonsverhogingen: vanaf het zelfde tijdstip en met dezelfde omvang als bij de inlener
  • Alle kostenvergoedingen: voor zover de uitzendonderneming deze vrij van loon- en premieheffing kan betalen
  • Periodieken: die de inlener toe (hoogte en tijdstip als bij de opdrachtgever bepaald. Voor toepassing hiervan wordt verwezen naar lid 3
  • Vergoeding van reisuren en/of reistijd (tenzij de reisuren of reistijd reeds als gewerkte uren worden aangemerkt)
  • Eenmalige uitkeringen
  • Thuiswerkvergoedingen
  • Vaste eindejaarsuitkeringen. Onder vaste eindejaarsuitkeringen worden alle inkomensbestanddelen verstaan die jaarlijks dan wel anders periodiek repeterend worden uitgekeerd, zoals een 13de maand, eindejaarsuitkering en kerstgratificatie.

Let op! Wanneer de inlener zelf ook nog een eigen arbeidsvoorwaardenreglement kent voor haar werknemers, bovenop de cao, dan geldt deze ook voor de uitzendkrachten die bij de inlener zijn tewerkgesteld. Het is namelijk ‘inlenersbeloning’ en geen ‘cao-beloning’.

5. Wat als de inlener geen cao heeft?

Allereerst moet worden vastgesteld of de inlener niet onder de werkingssfeer van een collectieve arbeidsovereenkomst valt. Sommige inleners hebben zich onvoldoende verdiept in deze materie en vallen soms toch onder de werkingssfeer van een cao. Wanneer de inlener inderdaad geen cao heeft, zal het uitzendbureau de beloningsmethodiek moeten toepassen van de inlener. Hierbij wordt gekeken naar de salarissen van medewerkers van het bedrijf die dezelfde functie vervullen en dezelfde werkzaamheden verrichten. Verder dienen tevens de punten vanuit de inlenersbeloning toegepast te worden. Dus ook bij eigen arbeidsvoorwaarden worden deze punten opgevraagd en toegepast voor de uitzendkrachten werkzaam bij de betreffende inlener.

6. Wat is de werkingssfeer van een cao?

De werkingssfeer van een cao is een bepaling in iedere cao, waarin staat beschreven op welke onderneming of ondernemingen en op welke werknemers de cao van toepassing is. De werkingssfeer is dus een belangrijke bepaling in iedere cao . Er zijn cao’s die uitsluitend gelden voor een onderneming (onderneming-cao ) en er zijn cao’s die van toepassing zijn op een hele bedrijfstak (bedrijfstak-cao) of een deel daarvan (sector-cao). In alle typen cao’s kan worden bepaald dat deze van toepassing is op een deel van de werknemers of op alle. Ook kan worden vastgelegd dat slechts een deel van de cao van toepassing is op bepaalde groepen werknemers. Op wie een cao precies betrekking heeft, wordt bepaald door de definitie van de begrippen werkgever en werknemer. Deze definities staan aan het begin van iedere cao.

7. Welke fouten worden vaak gemaakt bij toepassing inlenersbeloning?

De volgende fouten worden vaak gemaakt met betrekking tot de inlenersbeloning: onjuist uurloon, verkeerde functie of functiegroep, het niet doorvoeren van loonsverhogingen en periodieken en het verkeerd toepassen van overwerk- en toeslagpercentages.

8. Wie controleert toepassing van inlenersbeloning?

De SNCU ziet toe op de naleving van de uitzend cao’s. Hierbij kijkt de SNCU naar de krachtens de cao’s geldende arbeidsvoorwaarden in samenhang met andere wettelijke bepalingen.

9. Wat moeten intermediairs weten over inlenersbeloning?

Een intermediair in arbeidsbemiddeling moet bij het maken van offertes weten welke bepalingen van welke CAO van toepassing zijn op de flexkrachten die worden tewerkgesteld. Ook zal een intermediair inzicht moeten hebben in de werkingssfeer van een cao en van de arbeidsvoorwaarden die voor alle werknemers bij een inlener gelden. Dit alles vergt specifieke actuele juridische kennis die veel intermediairs inmiddels uitbesteden aan partijen die hierin zijn gespecialiseerd, zoals One People Services.